Nieuws 17 sep 2024

We verwelkomen Arno Brok als voorzitter bestuur Méér Muziek in de Klas

‘Als je als kind in aanraking komt met een kunstvorm die je niet kent, dan kan dat heel erg uitnodigend zijn. Vooral bij jonge mensen kan dat leiden tot verwondering, hun creativiteit bevorderen en hun denken prikkelen.’

Je wenst ieder kind verwondering toe

Eind juni is Arno Brok begonnen als voorzitter van het bestuur van Stichting Méér Muziek in de Klas. Arno Brok (1968) kwam  als student in de gemeenteraad terecht en werd onder meer wethouder cultuur in Leeuwarden en later burgmeester van Sneek. Hij heeft altijd enorm veel belangstelling gehad voor cultuur. ‘Maar toen ik wethouder cultuur werd heb ik dat ook echt kunnen inkleuren.’

‘Naast mijn huidige functie als commissaris van de Koning in de provincie Fryslân heb ik er altijd voor gekozen om er nevenfuncties naast te doen op het gebied van cultuur. Daar ligt ook echt mijn hart. Architectuur, monumentenzorg, etc. En toen deze functie op mijn pad kwam, juist in een tijd dat cultuur behoorlijk onder druk staat, toen heb ik met heel veel vreugde ja gezegd. Ik was blij dat ik voorzitter mocht worden van zo’n mooie stichting.’

Arno Brok en Jantien Westerveld 2
Jantien Westerveld en Arno Brok

Hoe is de liefde voor cultuur ontstaan?

‘We waren thuis heel actief in de paardensport. Maar mijn ouders waren ook heel veel met muziek bezig. Ik heb een grote liefde voor muziek, die belangstelling is al vroeg ontstaan. Ik heb in een bandje gezongen, op pianoles gezeten en in een koor gezongen. En later ontwikkelde ik zelf een liefde voor de beeldende kunst en voor dans. Op reis bezoek ik ook graag musea en zoek ik veel cultuur op. Ik lees veel en neem daar ook graag de tijd voor.’

‘Als kind zat ik op een geweldige basisschool in Leerdam waar toen een extra leraar werd aangetrokken om muziekonderwijs te geven. Meneer Stift kwam in alle klassen muziekles geven. En we hadden ook het vak toneel. Ik heb echt de mazzel gehad dat ik op klassieke basisschool in een katholieke omgeving zat waar veel aandacht werd besteed aan cultuur.’

‘Ik herinner mij ook dat we op school les kregen van iemand van het Scapino ballet. Dat er destijds een ballerina van het ballet op school langs kwam, heeft heel veel indruk op mij gemaakt. We mochten ook met de bus naar een voorstelling.’

Wat een prachtige ervaring. Waarom is dit zo belangrijk denkt u?

‘Als je als kind in aanraking komt met een kunstvorm die je niet kent dan kan dat heel erg uitnodigend zijn. Vooral bij jonge mensen leidt het tot verwondering, het bevordert de creativiteit en prikkelt je denken. Wetenschappelijk onderzoek laat dat ook zien. En je wenst ieder kind toe dat het de verwondering ervaart. Kinderen hebben al zoveel dingen waar ze aan moeten voldoen. Een kind moet zich vooral kunnen ontwikkelen door prikkeling rondom het thema verwondering. En ik vind het heel mooi dat Méér Muziek in de Klas die mogelijkheden ook biedt, juist in een belangrijke fase van hun leven.’

Wat is uw eerste indruk van de stichting?

‘Ik kom terecht in een warm bad. Uiteraard is het ook spannend. Ik kom als tweede voorzitter bij een stichting die al negen jaar bestaat met een directeur die er ook heel lang is. Hoe gaat men op mij reageren? Ik ga er vooral voor zorgen dat de continuïteit wordt gewaarborgd en dat onze stichting een nieuwe periode kan ingaan met alle mensen die betrokken zijn. Ik heb al gehoord dat er heel veel mensen werken met veel passie en betrokkenheid. Tijdens mijn eerste samenkomst op Ameland met een aantal collega’s merkte ik dit al. Daarnaast ben ik ook heel erg onder de indruk van alles wat er al bereikt is. Het ziet er allemaal heel professioneel uit.’

Heeft u al een idee of wens wat u hoopt te bereiken?

‘Een stichting draait vooral op de kracht van de mensen die er werken. En wij moeten als bestuur zorgen dat jullie vanuit een goede positie jullie werk kunnen doen. En ja, dat ga ik nu meemaken en proeven. We willen als bestuur vooral de continuïteit waarborgen.
‘En vooral dat we jonge mensen, kinderen, in aanraking kunnen laten komen met cultuur waardoor ze de verwondering kunnen ervaren. Dat we de infrastructuur die er nu is verder uitbouwen en de mooie dingen kunnen blijven doen.’