Lesje in hobby's? Kranenburg Praktijkonderwijs ziet leerlingen groeien
Hoe bereid je leerlingen voor op het echte leven? Dat is een vraag die Kranenburg Praktijkonderwijs bezighoudt. De Flagshipschool uit Utrecht besloot leerlingen naast reguliere lessen ook lessen in vrije tijd aan te bieden, om ze te helpen in hun ontwikkeling. Méér Muziek in de Klas interviewde de school over hun rijke aanbod aan culturele activiteiten. 'Als je ergens goed in bent en plezier hebt, groei je op ieder front en krijg je zelfvertrouwen. Dat maakt zoveel impact!'
Van kickboksen tot dans, van freerunning tot graffiti en zelfs lasergamen: op Kranenburg Praktijkondewijs valt véél te ontdekken. Onder de noemer ‘Vrijetijdskunde’ krijgen leerlingen de kans om in aanraking te komen met allerlei disciplines. Marloes Heidekamp is docent op Kranenburg Praktijkonderwijs en coördinator van de Rijke Schooldag. Ze vertelt: “Bij de eerstejaars en tweedejaars staat Vrijetijdskunde (VTK) wekelijks op het rooster. Samen met hun mentor gaan de eerstejaars zoveel mogelijk disciplines ontdekken. Tweedejaars kiezen uit een aanbod dat elke vijf weken wisselt. Leerlingen kunnen op deze manier ontdekken wat vrije tijd is, wat ze daarin kunnen doen en wat ze zelf willen.”
Hobby’s en levenslessen
Dat gaat van kickboksen tot graffiti spuiten, van freerunning tot het project Vocal Statements. Daarin kunnen leerlingen door middel van samen zingen, rappen en storytelling hun eigen stem ontwikkelen. Letterlijk én figuurlijk. “De laatste keer hebben ze hun eigen geld ontworpen in samenwerking met een kunstenaar.” Door te zingen of rappen mochten de jongeren hun statements uiten over wat voor hen het meest waardevol is. “Aan hun zelfontworpen biljet mochten ze vervolgens ook een waarde hangen’’, legt Marloes uit. “Voor dit bedrag kon iedereen, ook mensen van buiten de school, hun biljet ingelijst kopen.”
De VTK-uren worden ook gebruikt voor excursies en verdieping op het gebied van burgerschap en cultuur. “We vinden het belangrijk dat onze leerlingen met meer in aanraking komen dan het verplichte curriculum”, zegt afdelingsleider Chris Verboven. “Zoals een excursie naar het Utrechts Archief of het Verzetsmuseum. Vanuit huis komen leerlingen lang niet altijd in aanraking met musea. “Je leert door kunst en cultuur op een andere manier beschouwen en reflecteren. Daarnaast kan een hobby ook gewoon ontspannen zijn.”
Grote impact
Toen Marloes samen met haar collega’s begon met de opzet van VTK, werd haar regelmatig de vraag gesteld wat vrijetijdsbesteding bijdraagt aan de ontwikkeling van een kind. “Als je ergens goed in bent en daar plezier in hebt, dan krijg je zelfvertrouwen. Praktijkonderwijs wordt nog te vaak gezien als onderwijs voor leerlingen die minder kunnen. Leerlingen krijgen dikwijls een stempel dat écht niet klopt. Deze leerlingen hebben gouden handen en leren daardoor goed in de praktijk. Uit boeken leren gaat hen vaak iets minder goed af of vinden ze minder fijn.”
Ontdekken dat je ergens goed in bent, heeft veel impact, ziet Marloes. “We zien steeds meer leerlingen een Entreeopleiding volgen en doorstromen naar het mbo. We hebben nu zelfs oud-leerlingen die komen vertellen over het bedrijf dat ze hebben opgericht!”
Vaste partners
Vanuit huis hebben veel leerlingen minder mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen door middel van hobby’s als sport, muziek of een creatieve activiteit. “Sommige leerlingen hebben een licht verstandelijke beperking, anderen komen uit arme gezinnen, achterstandswijken of hebben ouders die de taal niet voldoende machtig zijn.”
De school werkt samen met een aantal partners die de leerlingen daarin kunnen ondersteunen. Daaronder vallen onder andere jongerenwerkers, vrijwilligersorganisatie De Wilg die buurtactiviteiten in de stad organiseert, een kickbokser met zijn eigen boksschool, een danser en iemand van Sport Utrecht, die leerlingen meeneemt naar het stadion van Utrecht. “Zij voeren andere gesprekken met jongeren en kunnen vroeg signaleren als jongeren vast dreigen te lopen.”
Bilal Sakim is via Stichting JOU jongerenwerker op Kranenburg Praktijkonderwijs. “Ons primaire doel is bijdragen aan een sociaal veilige omgeving op school”, vertelt hij. “We ondersteunen bijvoorbeeld docenten in bepaalde vraagstukken rondom leerlingen. Soms is er net iets meer nodig dan een 10-minutengesprek.”
Bilal en zijn collega’s zijn er daarnaast om leerlingen te observeren en de groepsdynamiek in de gaten te houden. “Zo kunnen we preventief handelen als er een conflict lijkt te ontstaan. En als we iets zien waar we ons zorgen over maken, kunnen we dat terugkoppelen aan docenten.” Bilal benadrukt dat jongerenwerkers vanuit een vertrouwensband met de leerlingen werken. “Het is dus niet zo dat we een doorgeefluik zijn naar docenten toe. Maar als we ons ergens zorgen over maken, brengen we dat wel onder de aandacht.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Flagshipscholen
Kranenburg Praktijkonderwijs is één van de Flagshipscholen: voorbeeldscholen door heel Nederland met een rijk aanbod aan kunst en cultuur! Méér weten over hoe deze scholen een Rijke Schooldag organiseren? Check onze campagnepagina!
Méér over FlagshipscholenDe rol van Bilal is anders dan die van docenten. “We staan dichterbij de leerlingen omdat er een andere gezagsverhouding is dan bij docenten. Als we een leerling zien die niet in de les zit, kunnen wij die op een andere manier aanspreken. Niet door ze te corrigeren, maar door met ze in gesprek te gaan over de gevolgen ervan.”
Jongerenwerkers zijn de brug tussen leerlingen en docenten: leerlingen communiceren op een andere manier met hen dan met docenten. Ook vertellen ze soms over dingen die ze minder snel met een docent (durven) delen. “We zijn daarnaast een klankbordgroep voor docenten en helpen daarmee ook de ondersteuningscoördinatoren. Dat kunnen we omdat we kennis hebben van de doelgroep en ze anders met ons communiceren. Zo krijgen we bijvoorbeeld ook feedback over de VTK-lessen die we kunnen teruggeven aan docenten.”
Band met leerlingen is essentieel
Het samenwerken met partners, gastdocenten en natuurlijk de gewone docenten is essentieel om de VTK-uren goed vorm te kunnen geven. “Zij zijn degenen die het dragen”, vertelt Marloes. “We werken bijvoorbeeld samen met een kickbokser die zijn school heeft staan in de wijk waar de meeste leerlingen wonen. Net als de negen vaste gastdocenten en een aantal gastdocenten dat ook regelmatig komtlesgeven, is hij enorm verbonden met onze leerlingen.”
“Ik hoef er niet eens een docent bij te zetten”, vervolgt Marloes. “Sommige leerlingen vragen nu al of ze terug mogen blijven komen naar de activiteiten van School & Omgeving als ze niet meer op school zitten. Die band met de leerlingen is essentieel. Zonder relatie met de leerlingen kom je nergens. Zo’n band opbouwen kost tijd.” Chris ziet nog een ander belang van de vaste gastdocenten. “Bij onze leerlingen spelen heel andere dingen dan bij andere gezinnen. Er is vaak veel meer stress thuis, bijvoorbeeld omdat er weinig geld is. School is een rustplek.” De school probeert ook in de thuissituatie positief bij te dragen.
“Met de stichting JOU, jongerenwerk Utrecht, proberen we gezinnen die extra steun nodig hebben op een discrete manier te bereiken. Mentoren vangen soms kleine signalen op dat er misschien hulp nodig is thuis. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een U-pas zijn, waarmee kinderen uit gezinnen met laag inkomen alsnog kunnen genieten van sportieve of culturele activiteiten. Maar het kan ook een boodschappenkaart zijn. School moet een laagdrempelige plek zijn om dit soort dingen te kunnen organiseren.”
Creatief omgaan met kosten
Toch is het niet altijd makkelijk, ziet Marloes. “Neem zwemmen: veel leerlingen van ons hebben geen zwemdiploma. Zwemlessen kosten al gauw 800 euro. Veel ouders hebben dat niet. Daardoor kunnen we geen activiteiten in het water doen.” Daar legtze zich niet zomaar bij neer. “Ik ben naar de gemeente gegaan, die betaalt zwemlessen voor iedere school én het vervoer.” Helaas liep ze tegen een andere kostenpost aan: de begeleiding tijdens de zwemlessen. “We moeten minimaal twee docenten meesturen naar het zwembad, dat lukt niet vanwege het lerarentekort. Zij kunnen tijdens die zwemlessen geen andere lessen geven.”
De kosten zijn vaak een probleem, maar creativiteit helpt een hoop. “Een leerling wilde graag lasergamen, maar dat is ontzettend duur als je ook vervoer moet regelen. Toen vond ik een bedrijf dat de spullen hiervoor verhuurt. Anderhalve week lang hebben we met leerlingen kunnen lasergamen tijdens de gymlessen. En je raadt het al… Na schooltijd deden we met docenten ook een potje.”
Gelijke kansen
“Leerlingen worden in de ontwikkeling van de VTK-uren steeds meer betrokken”, vertelt Chris. “Met onze leerlingenraad kunnen we veel meer aanbod op maat maken” Marloes vult aan: “Dat ontstond omdat de school wil weten wat leerlingen drijft. Uit ieder leerjaar zit één leerling in de raad. Zij komen regelmatig bij elkaar met de
klassenvertegenwoordigers van andere klassen. Zo komen we erachter welk aanbod passend is. Inmiddels gaan leerlingen zelfs na schooltijd naar onze partners voor extra aanbod!”
Ze raadt aan om vooral te blijven roepen dat je er bent en te blijven zoeken naar subsidies en regelingen. Langzaam maar zeker komt de overheid ook in beweging, ziet ze. “Mensen komen er niet meer mee weg, gelijke kansen zijn belangrijk. Er zijn regelmatig meepraatmiddagen van het Ministerie OC&W. Ga daar naartoe, stel vragen, wees kritisch.”
De belangrijkste motivatie voor Marloes om zich in te blijven zetten is dat leerlingen zich gezien en gehoord voelen. “Op een gegeven moment komt het besef bij hen: wacht, ik kan dingen! Vrijetijdsbesteding kan het verschil maken. Leerlingen realiseren zich dat ze talent hebben, dat ze er mogen zijn en dat ze belangrijk zijn.” Dat probeert Marloes ook altijd mee te geven aan de leerlingen: “Ik probeer ze mee te geven dat ze ontzettend belangrijk zijn voor de maatschappij. Ze zijn onmisbaar in de zorg, de kinderopvang, de techniek, beveiliging en het openbaar vervoer. Om mijn werk zorgeloos te doen is er een monteur nodig die mijn auto repareert en onderhoudt en iemand die mijn kinderen opvangt na schooltijd.”
Drie tips van Kranenburg praktijkonderwijs
- Een vertrouwensband met leerlingen is essentieel. Werk bijvoorbeeld met gastdocenten en jongerenwerkers die op een andere manier met leerlingen in gesprek zijn. Zij kunnen vroeg signaleren als jongeren vast dreigen te lopen.
- Betrek leerlingen bij de invulling van de activiteiten, bijvoorbeeld door het oprichten van een leerlingenraad. Zo weet je wat hen drijf en welk aanbod het beste bij hen past.
- Laat jezelf zien én horen. Ga bijvoorbeeld naar meepraatmiddagen op het ministerie van OCW. Stel vragen en wees kritisch.
Wil je het artikel liever in PDF lezen of doorsturen? Download het hieronder!